-
1 alle reden durcheinander
прил.общ. все говорят сразу, перебивая друг другаУниверсальный немецко-русский словарь > alle reden durcheinander
-
2 hij had alle reden om
hij had alle reden omVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij had alle reden om
-
3 alle
alle1♦voorbeelden:hij had alle reden om • he had every reason tote allen tijde • at any timeboven alle twijfel • beyond all doubtvoor alle zekerheid • just in case————————alle21 all ⇒ every, each, 〈 met betrekking tot personen, zelfstandig ( gebruikt); ook〉 everyone, 〈 met betrekking tot personen, zelfstandig ( gebruikt); ook〉 everybody♦voorbeelden:van alle kanten • from all sidesin aller ogen • in the eyes of everybodyin alle opzichten • in all respectsallen gingen weer naar huis • everyone went home againhet verbaasde allen die het hoorden • it surprised everyone who heard ithij is ons aller vriend • he is a friend to all of uszij gingen met zijn allen • they went all togethergeen van allen wist het • not one of them knewalle twee haar oorbellen • both (of) her earringsallen zonder uitzondering • everyone without exception -
4 die Reden wären alle auf denselben Ton gestimmt
арт.Универсальный немецко-русский словарь > die Reden wären alle auf denselben Ton gestimmt
-
5 Grund
〈m.; Grund(e)s, Gründe〉2 grond, bodem4 fond, onder-, achtergrond6 〈verouderd; formeel〉(diepste punt van een) dal, laagte♦voorbeelden:es gibt nicht den geringsten, keinen Grund dazu • daar bestaat, is niet de geringste aanleiding toeer hat wenig Grund, sich zu freuen • er is weinig reden voor hem om zich te verheugendas hat schon seine Gründe • daar zijn goede redenen voorauf Grund, aufgrund Ihres Schreibens • naar aanleiding van uw schrijvenaus diesem Grund(e) • om deze redenaus, mit gutem Grund • met reden, terecht, op goede grondendafür gibt es keine Gründe • daar zijn geen redenen, termen voor aanwezig(allen) Grund für eine Sache, zu einer Sache haben • (alle) reden tot iets hebbenseinen Grund in einer Sache haben • zijn oorzaak in iets vindenohne jeden Grund • zonder enige redenohne ersichtlichen Grund • zonder (duidelijk) aanwijsbare oorzaakGründe für und wider • argumenten voor en tegen2 (keinen) Grund (unter den Füßen) haben • (geen) vaste grond, bodem onder de voeten hebbendas Schiff ist auf Grund gelaufen • het schip is aan de grond gelopen3 den Grund (zu einer Sache) legen • het fundament (voor iets) leggen; 〈 ook figuurlijk〉 de grondslag (voor iets) leggenauf Grund, aufgrund 〈 met 2e naamval〉 • op grond, basis van, naar aanleiding van, krachtenseiner Sache auf den Grund gehen • een zaak grondig onderzoeken, nagaanein Gebäude bis auf den Grund abreißen, zerstören • een gebouw met de grond gelijkmakenim Grunde (genommen) • in de grond van de zaakvon Grund auf, aus • door en doorjemanden in Grund und Boden reden • (a) iemand onder de tafel praten; (b) iemand niet aan het woord latensich in Grund und Boden schämen • zich doodschamenetwas in Grund und Boden schießen • iets platschieten, in puin schieten -
6 Ursache
Ursache〈v.〉♦voorbeelden:¶ keine Ursache! • geen dank!, niets te danken! -
7 lieu
〈m.〉1 plaats ⇒ plek, oord♦voorbeelden:1 lieux d'aisances • gemak, wclieu de passage • plaats waar veel mensen langskomenl'usage des lieux • het gebruik van de streeken haut lieu • in hooggeplaatste kringenmauvais lieu • huis van ontuchtlieux proches, voisins • omgeving, omstrekenlieu public • openbare weg, gelegenheidlieu saint • heiligdom, tempel, kerkmettre qc. en lieu sûr • iets veilig opbergen, achter slot en grendel stoppenmettre qn. en lieu sûr • iemand in veiligheid brengens'il y a lieu • als daar reden toe isavoir lieu • plaats hebben, gebeurenelle me tenait lieu de tout • zij was alles voor metenir lieu de • vervangen, de plaats innemen vanau lieu de • in plaats vanen tous lieux • overalen son lieu • op zijn beurten lieu et place de qn. • rechtens iemandse rendre sur les lieux • zich naar de plaats van het ongeval, het misdrijf begevensur les lieux • ter plaatse〈 formeel〉 au lieu que 〈+ aantonende wijs〉 • terwijl (daarentegen); 〈+ aanvoegende wijs〉 in plaats dat2 vider les lieus • de woning, zaal (enz.) ontruimen, ophoepelenen dernier lieu • ten slotteen premier lieu • in, op de eerste plaatsavoir lieu de • reden hebben omdonner lieu à • aanleiding geven totdonner lieu à une demande • gevolg geven aan een verzoekil y a tout lieu de • er is alle reden om1. m1) plaats, plek2) aanleiding2. lieuxm plwoning, pand -
8 durcheinander
advбез разбора, как попало, вперемешкуalles durcheinander berichten — говорить ( рассказывать) бессвязноalles geht durcheinander — всё идёт как попало, царит полный беспорядокer trank Bier und Wein durcheinander — он пил пиво и вино вперемешку -
9 все говорят сразу, перебивая друг друга
ngener. alle reden durcheinanderУниверсальный русско-немецкий словарь > все говорят сразу, перебивая друг друга
-
10 moins
moins1 [mwã]〈bijwoord; ook m.〉♦voorbeelden:moins il travaille (et) moins il réussira • hoe minder hij werkt, des te minder succes zal hij hebbenrien moins que • allesbehalve, geenszinsj'en veux dix francs, rien de moins • ik wil tien frank, geen cent minderrien de moins que • waarlijk, echt, niets minder danplus ou moins • min of meer, ongeveerni plus ni moins • niets meer en niets minderil n'en est pas moins vrai que • nietteminon se plaindrait à moins • er is alle reden om te klagenil y a moins d' une semaine • nog geen week geledenils ont moins de vingt ans • zij zijn onder de twintigde, en moins • minder, te kort, te weinigde moins en moins • hoe langer hoe minderen moins de • in minder dan, binnenen moins de deux, rien • in een wip, ommezien, oogwenkles moins de vingt ans • de jongeren onder de twintigc'est moins que rien • dit heeft niets te betekenenil est moins que rien • hij is zeer onbeduidendnon moins que • niet minder … dan, even … alsc'est un moins que rien • het is een nul→ plusà tout le moins, pour le moins • op zijn minstau moins • minstens, op zijn minsttout au moins • tenminste, althansdu moins • op zijn minst, althans, tenminste, dat wil zeggenle moins • het minste, het minimum¶ à moins que 〈+ aanvoegende wijs〉, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • tenzij, zonder, behalve————————moins2 [mwẽ]〈voorzetsel; ook m.〉♦voorbeelden:sept moins cinq égalent deux • zeven min vijf is tweeil est presque (trois heures) moins cinq • het is bijna vijf voor (drie)il fait moins dix (degrés) • het is tien graden onder nuldix puissances moins sept • tien tot de macht min zevenmettez un moins • zet een minteken1. m1) (het) minste, minimum2) minteken2. adv1) minder, geringer2) minst, geringst3. prépmin, verminderd met -
11 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
12 il y a tout lieu de
il y a tout lieu de -
13 on se plaindrait à moins
on se plaindrait à moinsDictionnaire français-néerlandais > on se plaindrait à moins
-
14 être porté à croire que
être porté à croire que -
15 Boden
Boden〈m.; Bodens, Böden〉♦voorbeelden:Boden gewinnen • veld, terrein winnenBoden gut-, wettmachen • terrein herwinnen, terugkomenan Boden verlieren • terrein verliezendem Verdacht den Boden entziehen • alle reden tot verdenking wegnemenetwas dem Boden gleichmachen • iets met de grond gelijkmakenam Boden zerstört sein • totaal op zijnauf dem Boden der Tatsachen stehen • (a) zich aan de feiten houden; (b) met beide benen op de grond blijvenjemandem den Boden unter den Füßen wegziehen • de poten onder iemand af-, wegzagenzu Boden gehen • tegen de grond, vlakte gaandie Augen zu Boden schlagen • de ogen neerslaan -
16 dem Verdacht den Boden entziehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dem Verdacht den Boden entziehen
-
17 talk
1. noun1) (discussion) Gespräch, dashave a talk [with somebody] [about something] — [mit jemandem] [über etwas (Akk.)] reden od. sprechen
have or hold talks [with somebody] — [mit jemandem] Gespräche führen
give a talk/a series of talks [on something/somebody] — einen Vortrag/eine Vortragsreihe [über etwas/jemanden] halten
there's too much talk [of...] — es wird zu viel [von...] geredet
2. intransitive verbbe the talk of the town/neighbourhood — etc. Stadtgespräch/das Thema in der Nachbarschaft usw. sein
1) (speak) sprechen, reden (with, to mit); (lecture) sprechen; (converse) sich unterhalten; (have talks) Gespräche führen; (gossip) redenkeep somebody talking — jemanden in ein [längeres] Gespräch verwickeln
now you're talking! — (coll.) das hört sich schon besser an
that's no way to talk/talk to your uncle — das darfst du nicht sagen/so darfst du aber nicht mit deinem Onkel reden!
it's easy for you/him etc. to talk — du hast/er hat usw. gut reden
look who's talking — (iron.) das musst du gerade sagen
get talking [to somebody] — [mit jemandem] ins Gespräch kommen
talk of or about somebody/something — über jemanden/etwas reden
everyone's talking about him/his divorce — er/seine Scheidung ist in aller Munde
talk of or about doing something — davon reden, etwas zu tun
[not] know what one is talking about — [gar nicht] wissen, wovon man redet
[not] know what somebody is talking about — [nicht] wissen, was jemand meint od. wovon jemand spricht
talking of holidays — etc. da wir [gerade] vom Urlaub usw. sprechen
3) (betray secrets) reden3. transitive verbtalk [a load of] nonsense — [eine Menge] Unsinn od. (ugs.) Stuss reden
2) (discuss)talk politics/music — etc. über Politik/Musik usw. reden
3) (use) sprechen [Sprache, Dialekt usw.]4)talk oneself or one's way out of trouble — sich aus Schwierigkeiten herausreden
talk somebody into/out of something — jemanden zu etwas überreden/jemandem etwas ausreden
Phrasal Verbs:- academic.ru/73258/talk_down">talk down- talk over- talk round- talk through* * *[to:k] 1. verb1) (to speak; to have a conversation or discussion: We talked about it for hours; My parrot can talk (= imitate human speech).) reden2) (to gossip: You can't stay here - people will talk!) reden über3) (to talk about: They spent the whole time talking philosophy.) das Gespräch2. noun1) ((sometimes in plural) a conversation or discussion: We had a long talk about it; The Prime Ministers met for talks on their countries' economic problems.) die Aussprache2) (a lecture: The doctor gave us a talk on family health.) das Gerede3) (gossip: Her behaviour causes a lot of talk among the neighbours.) das Gerede4) (useless discussion; statements of things a person says he will do but which will never actually be done: There's too much talk and not enough action.) das Gerede•- talkative- talking book
- talking head
- talking-point
- talk show
- talking-to
- talk back
- talk big
- talk down to
- talk someone into / out of doing
- talk into / out of doing
- talk someone into / out of
- talk into / out of
- talk over
- talk round
- talk sense/nonsense
- talk shop* * *I. nto have a \talk [with sb] [about sth] [mit jdm] [über etw akk] reden [o sprechen], ein Gespräch [mit jdm] [über etw akk] führen form; (conversation) sich akk [mit jdm] [über etw akk] unterhalten; (private) eine Unterredung [mit jdm] [über etw akk] habenheart-to-heart \talk offene Aussprachebig \talk große Töne pej famidle \talk leeres Gerede famto make small \talk Konversation betreiben4. (subject of conversation)▪ the \talk Gespräch[sthema] nther behaviour is the \talk of the neighbourhood ihr Verhalten ist das Gespräch des ganzen Viertels5. (formal discussions)▪ \talks pl Gespräche plpeace \talks Friedensverhandlungen pl6.▶ to be the \talk of the town Stadtgespräch seinII. vi▪ to \talk about sb/sth über jdn/etw reden [o sprechen]what the hell are you \talking about? wovon zum Teufel sprichst du eigentlich? fam▪ to \talk to [or with] sb mit jdm reden [o sprechen]she \talks to her mother on the phone every week sie telefoniert jede Woche mit ihrer Mutter3. (speak privately or seriously) redencan we \talk? können wir reden?I think we need to \talk ich denke, wir sollten einmal miteinander reden4.▶ to \talk dirty [to sb] obszön [mit jdm] reden▶ look who's \talking, you're a fine one to \talk, to set sb \talking BRIT jdm Grund zum Tratschen geben famIII. vt1. (speak)she \talks English at work and French at home in der Arbeit spricht sie Englisch und zu Hause Französischto \talk business/money/politics über Geschäfte/Geld/Politik sprechen3.▶ to give sb something to \talk about jdm Gesprächsstoff liefern▶ to be able to \talk the hind leg[s] off a donkey BRIT ( fam) jdm ein Loch in den Bauch reden können fam▶ to \talk sense [into sb's head] vernünftig [mit jdm] reden* * *[tɔːk]1. n1) Gespräch nt (ALSO POL); (= conversation) Gespräch nt, Unterhaltung f; (esp heart-to-heart) Aussprache fto have a talk — ein Gespräch führen/sich unterhalten/sich aussprechen (with sb about sth mit jdm über etw acc )
could I have a talk with you? — könnte ich Sie mal sprechen?
to have a friendly talk with sb — sich mit jdm nett unterhalten, mit jdm plaudern; (giving advice, warning) mit jdm (mal) in aller Freundschaft reden
I have enjoyed our talk — ich habe mich gern mit Ihnen unterhalten
he's all talk — er ist ein fürchterlicher Schwätzer; (and no action) der führt bloß große Reden
there is some talk of his returning — es heißt, er kommt zurück
there is too much talk of going on strike in this factory — in dieser Fabrik wird zu viel vom Streiken geredet
3) (= lecture) Vortrag mto give a talk — einen Vortrag halten (on über +acc )
her talk on the dangers... — ihre (kurze) Rede über die Gefahren...
2. vi1) (= speak) sprechen, reden (of von, about über +acc); (= have conversation) reden, sich unterhalten (of, about über +acc); (bird, doll, child) sprechento talk to or with sb — mit jdm sprechen or reden (about über +acc )
don't talk silly! (inf) — red keinen Stuss! (inf), red nicht so blöd (daher)! (inf)
don't (you) talk to me like that! — wie redest du denn mit mir?
who do you think you're talking to? — was meinst du denn, wen du vor dir hast?
that's no way to talk to your parents —
hey, that's no way to talk — hör mal, sag doch so was nicht!
he sat there without talking — er saß da und sagte kein Wort
to get/be talking to sb — mit jdm ins Gespräch kommen/im Gespräch sein
he knows/doesn't know what he's talking about — er weiß (schon)/weiß (doch) nicht, wovon er spricht, er hat (davon) ziemlich Ahnung (inf)/(doch) überhaupt keine Ahnung
2) (= mention) sprechen, redenhe's been talking of going abroad — er hat davon gesprochen or geredet, dass er ins Ausland fahren will
talk about impertinence/rude/hot! — so was von Frechheit/unverschämt/heiß! (inf)
3) (= chatter) reden, schwatzenstop talking! — sei/seid ruhig!
4) (= gossip) reden, klatscheneveryone was talking about them — sie waren in aller Munde; (because of scandal also) alle haben über sie geredet or geklatscht
to get oneself talked about — von sich reden machen; (because of scandal) ins Gerede kommen
5) (= reveal secret) redenOK, Kowalski, talk! — O.K. or o.k., Kowalski, raus mit der Sprache! (inf)
6)we're talking about at least £2,000/3 months —
what sort of sum are we talking about? — um welche Summe geht es?
3. vt2) (= discuss) politics, cricket, business reden über (+acc) or von, sich unterhalten über (+acc)we're talking big money/serious crime etc here (inf) — heir gehts um große Geld/um schlimme Verbrechen etc (inf)
let's talk business —
See:→ shop3)(= persuade)
to talk sb/oneself into doing sth — jdn überreden or jdn/sich dazu bringen, etw zu tun; (against better judgement) jdm/sich einreden, dass man etw tuthe talked himself into believing she was unfaithful — er hat sich eingeredet, sie sei ihm nicht treu
to talk sb out of sth/doing sth — jdn von etw abbringen/davon abbringen, etw zu tun, jdm etw ausreden/jdm ausreden, etw zu tun
4)5)See:→ head* * *talk [tɔːk]A s1. Reden n2. Gespräch n:a) Unterhaltung f, Plauderei fhave a talk with sb mit jemandem reden oder plaudern, sich mit jemandem unterhalten3. Aussprache f4. RADIO etca) Plauderei fb) Vortrag m:give a talk on einen Vortrag halten über (akk)5. Gerede n:a) Geschwätz n umgb) Klatsch m umg:he’s all talk er ist ein großer Schwätzer;he’s all talk and no action er redet (immer) nur und tut nichts;that was all talk das war alles nur Gerede;end in talk im Sand verlaufen;there is a lot of talk about es ist viel die Rede von;6. Gesprächsgegenstand m:be the talk of the town Stadtgespräch seinB v/i1. reden, sprechen:2. reden, sprechen, plaudern, sich unterhalten ( alle:about, on über akk;of von;with mit):talk about sth auch etwas besprechen;he knows what he is talking about er weiß, wovon er spricht;talk at sb auf jemanden einreden;a) mit jemandem sprechen oder reden,b) umg jemandem die Meinung sagen, jemandem eine Standpauke halten;they are not talking to each other sie reden zurzeit nicht miteinander;talk to o.s. Selbstgespräche führen;talking of … da wir gerade von … sprechen;you can talk! umg das sagst ausgerechnet du!;now you are talking! umg das lässt sich schon eher hören!3. pej reden:a) schwatzenb) klatschen umg:C v/t1. Unsinn etc reden:talk a solution to a problem die Lösung eines Problems herbeireden;he was talking a lot without saying anything er redete viel, ohne etwas zu sagen; → sense A 8, wisdom 12. eine Sprache sprechen:4. reden:talk o.s. hoarse;talk sb into believing sth jemanden etwas glauben machen;talk sb into sth jemandem etwas einreden, jemanden zu etwas überreden, jemandem etwas aufschwatzen;talk sb out of sth jemandem etwas ausreden;talk one’s way out of sth sich aus etwas herausreden;* * *1. noun1) (discussion) Gespräch, dashave a talk [with somebody] [about something] — [mit jemandem] [über etwas (Akk.)] reden od. sprechen
have or hold talks [with somebody] — [mit jemandem] Gespräche führen
2) (speech, lecture) Vortrag, dergive a talk/a series of talks [on something/somebody] — einen Vortrag/eine Vortragsreihe [über etwas/jemanden] halten
there's too much talk [of...] — es wird zu viel [von...] geredet
2. intransitive verbbe the talk of the town/neighbourhood — etc. Stadtgespräch/das Thema in der Nachbarschaft usw. sein
1) (speak) sprechen, reden (with, to mit); (lecture) sprechen; (converse) sich unterhalten; (have talks) Gespräche führen; (gossip) redenkeep somebody talking — jemanden in ein [längeres] Gespräch verwickeln
now you're talking! — (coll.) das hört sich schon besser an
that's no way to talk/talk to your uncle — das darfst du nicht sagen/so darfst du aber nicht mit deinem Onkel reden!
it's easy for you/him etc. to talk — du hast/er hat usw. gut reden
look who's talking — (iron.) das musst du gerade sagen
you can (iron.) or can't talk! — sei du nur ganz still!
get talking [to somebody] — [mit jemandem] ins Gespräch kommen
talk of or about somebody/something — über jemanden/etwas reden
everyone's talking about him/his divorce — er/seine Scheidung ist in aller Munde
talk of or about doing something — davon reden, etwas zu tun
[not] know what one is talking about — [gar nicht] wissen, wovon man redet
[not] know what somebody is talking about — [nicht] wissen, was jemand meint od. wovon jemand spricht
talking of holidays — etc. da wir [gerade] vom Urlaub usw. sprechen
2) (have power of speech) sprechen3) (betray secrets) reden3. transitive verb1) (utter, express)talk [a load of] nonsense — [eine Menge] Unsinn od. (ugs.) Stuss reden
2) (discuss)talk politics/music — etc. über Politik/Musik usw. reden
3) (use) sprechen [Sprache, Dialekt usw.]4)talk oneself or one's way out of trouble — sich aus Schwierigkeiten herausreden
talk somebody into/out of something — jemanden zu etwas überreden/jemandem etwas ausreden
Phrasal Verbs:* * *n.Gespräch -e n. (to) v.reden (zu) v.sich unterhalten (mit) v.sprechen (mit) v. -
18 Wind
m; -(e)s, -e1. wind; (Windstoß) gust (of wind); günstiger oder guter Wind fair wind; leichter oder sanfter Wind (gentle) breeze; schwacher bis mäßiger Wind aus Nordost light to moderate northeasterly wind; Wind und Wetter ausgesetzt sein be exposed to the weather ( oder to the elements, oder to wind and weather); bei Wind und Wetter in all weathers, no matter what the weather; dicht oder hart am Wind segeln sail close to the wind; gegen den Wind into the wind; mit dem Wind down wind2. fig.: ( schnell) wie der Wind umg. like the wind; Wind bekommen von get wind of; viel Wind machen umg. (Aufhebens machen) make a great big fuss; (angeben) talk big; viel Wind um nichts much ado about nothing; mit dem / gegen den Wind segeln sail with / against the wind; jemandem den Wind aus den Segeln nehmen umg. take the wind out of s.o.’s sails; das ist Wind in seine Segel that’s grist to his mill; in alle ( vier) Winde zerstreut scattered to the four winds; in den Wind reden waste one’s breath; in den Wind schlagen (Rat, Warnung) pay no heed to, turn a deaf ear to, ignore; (Vernunft, Vorsicht etc.) cast to the winds; frischen Wind in die Firma bringen shake the company up; daher weht ( also) der Wind! (so) that’s the way the wind blows oder is blowing; wissen, woher der Wind weht know which way the wind blows ( oder is blowing); hier weht jetzt ein anderer / frischer / schärferer Wind umg. things have changed / livened up / tightened up (a)round here now; sich (Dat) den Wind um die Nase oder Ohren wehen lassen umg. go out into the big wide world; wer Wind sät, wird Sturm ernten Sprichw. sow the wind and reap the whirlwind; ich bin so durch den Wind umg. (daneben) I’m off form ( oder under the weather), I feel really awful; Fähnchen, Mantel* * *der Windwind* * *Wịnd [vɪnt]m -(e)s, -e[-də]1) windder Wind dreht sich — the wind is changing direction; (fig) the climate is changing
wissen/merken, woher der Wind weht or bläst (fig) — to know/notice the way the wind is blowing
seither weht or bläst ein anderer/frischer Wind (fig) — things have changed since then
bringen (fig) — to breathe new life into sth
mach doch nicht so einen Wind (inf) — don't make such a to-do (inf)
viel Wind um etw machen (inf) — to make a lot of fuss or to-do (inf) about sth
gegen den Wind segeln (lit) — to sail into the wind; (fig) to swim against the stream, to run against the wind (US)
den Mantel or das Mäntelchen or die Fahne or das Fähnchen nach dem Wind hängen or drehen or richten — to trim one's sails to the wind, to swim with the tide
etw in den Wind schlagen (Warnungen, Rat) — to turn a deaf ear to sth; Vorsicht, Vernunft to throw or cast sth to the winds
wer Wind sät, wird Sturm ernten (Prov) — sow the wind and reap the whirlwind (prov)
2) (Himmelsrichtung) wind (direction)in alle (vier) Winde zerstreut sein (fig) — to be scattered to the four corners of the earth or to the four winds
3) (MED = Blähung) windeinen Wind fahren or streichen lassen — to break wind, to fart (inf)
von jdm/etw Wind nehmen or bekommen — to take or get the wind of sb/sth
von etw Wind bekommen or kriegen/haben (fig inf) — to get/have wind of sth
* * *((an) outdoor current of air: The wind is strong today; There wasn't much wind yesterday; Cold winds blow across the desert.) wind* * *<-[e]s, -e>[vɪnt, pl ˈvɪndə]mder \Wind schlägt um the wind is changing; (fig) it's turning for the worseein glücklicher \Wind hat sie hierher getrieben (fig) a lucky chance brought her heredem \Wind abgekehrt NAUT downwind, leeward[hart] am \Wind NAUT close to the windgünstiger/widriger \Wind NAUT fair/foul [or adverse] wind\Wind von hinten/vorn tailwind/headwindmit dem \Wind with the wind in one's back; NAUT before the windden \Wind im Rücken haben to have the wind in one's backbei [o in] \Wind und Wetter in all weathers4. (Darmgas) flatulence no art, no pl, flatus no art, no pl form, BRIT also wind no art, no pl, AM also gas no art, no pl5.▶ in alle [vier] \Winde in all directionsin alle [vier] \Winde zerstreut scattered to the four winds [or corners of the earth]▶ sich dat den \Wind um die Nase wehen [o um die Ohren wehen [o pfeifen]] lassen (fam) to see a bit of life [or the world]▶ der \Wind pfeift [jetzt] aus einem anderen Loch (fam) the wind is [now] blowing from another quarter▶ in den \Wind reden [o sprechen] to waste one's breathalles war in den \Wind gesprochen it was all in vain▶ etw in den \Wind schlagen (nicht hören) to turn a deaf ear to sth; (nicht achten) to throw [or cast] sth to the wind▶ etw in den \Wind schreiben (fam) to kiss sth goodbye, to kiss goodbye to sth fam, to write sth off▶ gegen den/mit dem \Wind segeln to swim against/with the tidein der Firma weht jetzt ein anderer/frischer/schärferer \Wind things have now changed/changed for the better/tightened up in the company▶ merken/spüren/wissen, woher der \Wind weht (fam) to notice/feel/know which way the wind is blowing▶ daher weht [also] der \Wind! so that's the way the wind is blowing!* * *der; Wind[e]s, Winde1) wind[schnell] wie der Wind — like the wind
2) (fig.)wissen/merken, woher der Wind weht — (ugs.) know/notice which way the wind's blowing
Wind machen — (ugs.) brag
viel Wind um etwas machen — (ugs.) make a great fuss about something
Wind von etwas bekommen — (ugs.) get wind of something
jemandem den Wind aus den Segeln nehmen — (ugs.) take the wind out of somebody's sails
etwas in den Wind schlagen — turn a deaf ear or pay no heed to something
in alle [vier] Winde — in all directions
* * *1. wind; (Windstoß) gust (of wind);guter Wind fair wind;sanfter Wind (gentle) breeze;schwacher bis mäßiger Wind aus Nordost light to moderate northeasterly wind;Wind und Wetter ausgesetzt sein be exposed to the weather ( oder to the elements, oder to wind and weather);bei Wind und Wetter in all weathers, no matter what the weather;hart am Wind segeln sail close to the wind;gegen den Wind into the wind;mit dem Wind down wind2. fig:(schnell) wie der Wind umg like the wind;Wind bekommen von get wind of;viel Wind um nichts much ado about nothing;mit dem/gegen den Wind segeln sail with/against the wind;jemandem den Wind aus den Segeln nehmen umg take the wind out of sb’s sails;das ist Wind in seine Segel that’s grist to his mill;in alle (vier) Winde zerstreut scattered to the four winds;in den Wind reden waste one’s breath;in den Wind schlagen (Rat, Warnung) pay no heed to, turn a deaf ear to, ignore; (Vernunft, Vorsicht etc) cast to the winds;frischen Wind in die Firma bringen shake the company up;daher weht (also) der Wind! (so) that’s the way the wind blows oder is blowing;wissen, woher der Wind weht know which way the wind blows ( oder is blowing);hier weht jetzt ein anderer/frischer/schärferer Wind umg things have changed/livened up/tightened up (a)round here now;sich (dat)Ohren wehen lassen umg go out into the big wide world;wer Wind sät, wird Sturm ernten sprichw sow the wind and reap the whirlwind;ich bin so durch den Wind umg (daneben) I’m off form ( oder under the weather), I feel really awful; → Fähnchen, Mantelstreichen lassen umg blow off* * *der; Wind[e]s, Winde1) wind[schnell] wie der Wind — like the wind
2) (fig.)wissen/merken, woher der Wind weht — (ugs.) know/notice which way the wind's blowing
Wind machen — (ugs.) brag
viel Wind um etwas machen — (ugs.) make a great fuss about something
Wind von etwas bekommen — (ugs.) get wind of something
jemandem den Wind aus den Segeln nehmen — (ugs.) take the wind out of somebody's sails
etwas in den Wind schlagen — turn a deaf ear or pay no heed to something
in alle [vier] Winde — in all directions
* * *-e m.wind n. -
19 über
I Präp.1. räumlich: over, above; (höher als) auch higher than; (über... hinaus) beyond; sie wohnt über uns she lives (on the floor) above us; über der Stadt tobte ein Gewitter a storm was raging over the town; über uns nichts als blauer Himmel nothing above us but blue sky; er stand bis über die Knöchel im Schlamm the mud came up past his ankles; über jemandem stehen fig. (überlegen sein) be above s.o. (auch beruflich); über den Dingen stehen fig. be above such things2. (quer über) across; über die Straße gehen cross the street; über den Fluss schwimmen swim across the river; jemandem über das Haar streichen stroke s.o.’s hair; Tränen liefen ihr über die Wangen tears ran down her cheeks3. (in Richtung) via, through; über München nach Rom to Rome via Munich; geht der Zug über Frankfurt? does the train go through ( oder via) Frankfurt?4. bei einer Tätigkeit etc.: over; über den Büchern sitzen sit ( oder pore) over one’s books; über der Arbeit / seiner Lektüre einschlafen fall asleep over one’s work / while reading5. über meine Kräfte ( hinaus) beyond my strength; das geht über meinen Verstand it’s beyond me, it’s above my head; das geht ihm über alles it means more than anything to him; es geht nichts über... there’s nothing like...6. (mehr als) over, more than; amtlich: exceeding; Temperaturen über null above freezing ( oder zero); über 30 Grad over 30 degrees; er ist über 70 Jahre alt past ( oder over) seventy; man muss über 18 ( Jahre) sein you must be over 187. (+ Akk) (wegen) over, about; über jemanden lachen laugh at / make fun of s.o.; sich (Dat) über etw. Sorgen machen worry about s.th.9. (während) during, while; über Nacht overnight; über das Wochenende over the weekend; über einige Jahre verteilt spread over several years; über kurz oder lang sooner or later; über all dem Gerede habe ich die Kinder ganz vergessen with all this chatting I completely forgot about the children10. sprechen etc. über (+ Akk) about; Abhandlung, Werk, Vortrag über (+ Akk) on; über Geschäfte / den Beruf / Politik reden talk business / shop / politics; nachdenken über (+ Akk) think about11. verstärkend: Fehler über Fehler one mistake after the other; Ärger über Ärger no end of trouble; er hat Schulden über Schulden he’s up to his ears in debtII Adv.: über und über all over; die ganze Zeit über all along; den ganzen Tag etc. über throughout the day etc.; etw. über sein umg. have had enough of s.th., be sick and tired of s.th.; übrig, vorüber, überhaben etc.* * *by way of; over; across; via; about; above; on* * *['yːbɐ]1. prepetw ǘber etw hängen/stellen — to hang/put sth over or above sth
es wurde ǘber alle Sender ausgestrahlt — it was broadcast over all transmitters
er lachte ǘber das ganze Gesicht — he was beaming all over his face
2) +dat (räumlich) (Lage, Standort) over, above; (= jenseits) over, acrosszwei Grad ǘber null — two degrees (above zero)
ǘber der Stadt lag dichter Nebel — a thick mist hung over the town
ǘber uns lachte die Sonne — the sun smiled above us
er trug den Mantel ǘber dem Arm — he was carrying his coat over his arm
ǘber jdm stehen or sein (fig) — to be over or above sb
er steht ǘber der Situation (fig) — he is above it all
3) +dat (zeitlich = bei, während) overǘber der Arbeit einschlafen — to fall asleep over one's work
etw ǘber einem Glas Wein besprechen — to discuss sth over a glass of wine
ǘber all der Aufregung/unserer Unterhaltung habe ich ganz vergessen, dass... — in all the or what with all the excitement/what with all this chatting I quite forgot that...
ǘber Mittag geht er meist nach Hause — he usually goes home at lunch or at midday
4) +accCäsars Sieg ǘber die Gallier — Caesar's victory over the Gauls
Gewalt ǘber jdn haben — to have power over sb
es kam plötzlich ǘber ihn — it suddenly came over him
sie liebt ihn ǘber alles — she loves him more than anything
das geht mir ǘber den Verstand — that's beyond my understanding
Fluch ǘber dich! (obs) — a curse upon you! (obs)
5) +acc (= vermittels, auf dem Wege über) viadie Nummer erfährt man ǘber die Auskunft — you'll get the number from or through or via information
wir sind ǘber die Autobahn gekommen — we came by or via the autobahn
nach Köln ǘber Aachen — to Cologne via Aachen
Zug nach Frankfurt ǘber Wiesbaden und Mainz — train to Frankfurt via or stopping at or calling at (Brit) Wiesbaden and Mainz
6) +acc (zeitlich) (= innerhalb eines Zeitraums, länger als) overǘber Weihnachten — over Christmas
bis ǘber Ostern — until after Easter
den ganzen Sommer ǘber — all summer long
ǘber Wochen (ausgedehnt) — for weeks on end
die ganze Zeit ǘber — all the time
das ganze Jahr ǘber — all through the year, all year round
ǘber kurz oder lang — sooner or later
es ist ǘber vierzehn Tage her, dass... — it's over fourteen days since...
7) +acc (bei Zahlenangaben) (= in Höhe von) for; (= mehr als) overein Scheck ǘber 20 Euro — a cheque (Brit) or check (US) for 20 euros
eine Rechnung von ǘber £ 100 — a bill for over or of over £100
Kinder ǘber 14 Jahre — children over 14 years or of 14 (years of age) and over
Städte ǘber 50.000 Einwohner — towns of over 50,000 inhabitants
Pakete ǘber 10 kg — parcels (esp Brit) or packages over 10 kgs
8) +acc (= wegen) over; (= betreffend) aboutein Buch/Film/Vortrag etc ǘber... — a book/film/lecture etc about or on...
was wissen Sie ǘber ihn? — what do you know about him?
ǘber welches Thema schreiben Sie Ihr neues Buch? — what's the subject of your new book?, what's your new book about?
ǘber Politik/Wörterbücher/Fußball etc reden — to talk (about) politics/dictionaries/football etc
ǘber jdn/etw lachen — to laugh about or at sb/sth
sich ǘber etw freuen/ärgern — to be pleased/angry about or at sth
9) +acc (steigernd) uponFehler ǘber Fehler — mistake upon or after mistake, one mistake after another
2. advǘber und ǘber — all over
er wurde ǘber und ǘber rot — he went red all over
ich stecke ǘber und ǘber in Schulden — I am up to my ears in debt
(das) Gewehr ǘber! (Mil) — shoulder arms!
ǘber sein (inf) — to be better than sb at sth
* * *1) (on the subject of: We talked about our plans; What's the book about?) about2) (in a higher position than: a picture above the fireplace.) above3) (greater than: The child's intelligence is above average.) above4) (to the other side (of); from one side to the other side of: He took her across the road.) across5) (through; along; across: We came by the main road.) by6) (more than: His salary is in excess of $25,000 a year.) in excess of7) (about: a book on the theatre.) on8) (higher than; above in position, number, authority etc: Hang that picture over the fireplace; He's over 90 years old.) over9) (from one side to another, on or above the top of; on the other side of: He jumped over the gate; She fell over the cat; My friend lives over the street.) over10) (covering: He put his handkerchief over his face.) over11) (across: You find people like him all over the world.) over12) (while having etc: He fell asleep over his dinner.) over13) (finished: The affair is over now.) over14) (by way of: We went to America via Japan; The news reached me via my aunt.) via* * *[ˈy:bɐ]I. präp\über dem Waschbecken befindet sich ein Spiegel there's a mirror above the washbasin\über diesem Pullover kannst du keinen roten Mantel tragen you can't wear a red coat over that pulloverreinige die Flasche \über der Spüle clean the bottle over the sink\über der Straße across the streeter hängte ein Schild über die Tür he hang a sign over the doorreichst du mir mal den Kaffee \über den Tisch? can you pass me the coffee across the table?die Brücke führt \über den Fluss the bridge goes over [or across] the rivermit einem Satz sprang er \über den Graben with a single leap he jumped over [or across] [or cleared] the ditchdas Schloss ragte \über das Tal empor the castle towered above the valleybis \über die Knöchel im Dreck versinken to sink ankle-deep in mudder Scheinwerferstrahl strich \über die Mauer und den Gefängnishof the spotlight swept over [or across] the wall and the prison courtyardein Blick \über etw a view of [or over] sthein Überblick \über etw an overview of sthsie breitete eine Tischdecke \über den Tisch she spread a tablecloth over the tableer strich ihr \über das Haar/die Wange he stroked her hair/cheekseid ihr auf eurer Tour auch \über München gekommen? did you go through Munich on your trip?Zug nach Berlin über Leipzig train to Berlin via [or stopping at] Leipzig11. +akk (überlegen, vorrangig) aboveer steht \über den Dingen he is above it alles ist \über eine Woche her, dass... it's over a week since...bis \über Weihnachten until after Christmashabt ihr \über das Wochenende schon was vor? have you got anything planned for [or over] the weekend?\über Wochen for weeks on endvergiss \über dem ganzen Ärger aber nicht, dass wir dich lieben don't forget in the midst of all this trouble that we love youirgendwie muss ich \über diesem Gedanken wohl eingeschlafen sein I must have somehow fallen asleep [whilst] thinking about itsie sitzt \über ihren Büchern she is sitting over her booksKinder \über sechs [Jahre] children over six years [or of six years and over]bei \über 40° C... at a temperature [or temperatures] of more than [or over] 40° C...ich gebe Ihnen einen Scheck \über Euro 5.000 I'm giving you a cheque for 5,000 eurosich darf Ihnen keine Auskunft \über diese Sache geben I can't give you any information about [or on] this affairein Buch \über jdn/etw schreiben to write a book about [or on] sb/sthich habe diese Stelle \über Beziehungen bekommen I got this position through being well connected\über Satellit empfange ich 63 Programme I can receive 63 channels via [or on] satellite20.▶ ... \über... nothing but...es waren Vögel \über Vögel, die über uns hinwegrauschten! [what seemed like] an endless stream of birds flew over us!Fehler \über Fehler nothing but mistakes, mistake after [or upon] mistake!Reden \über Reden speech after speech▶ \über alles more than anythingsein Hund geht ihm \über alles he loves his dog more than anything elseII. adv1. (älter als) overKinder, die \über sechs Jahre alt sind,... children over six2. (mehr als) more than3. (während) throughdas ganze Jahr/den ganzen Sommer \über all through the year/summerden ganzen Tag \über all day long4.▶ \über und \über all over, completelyihr seid \über und \über mit Schlamm verschmiert! you're completely covered [or covered all over] in mud!\über und \über verdreckt sein to be absolutely filthy1. (übrig)etw [für jdn] \über haben to have sth left [for sb]; Essen to have sth left [over] [for sb]2. (überlegen)jdm auf einem bestimmten Gebiet \über sein to be better than sb in a certain field* * *1.1) (Lage, Standort) over; above; (in einer Rangfolge) aboveüber jemandem stehen — (fig.) be above somebody
2) (während) duringüber dem Lesen einschlafen — fall asleep over one's book/magazine etc.
3) (infolge) because of; as a result of2.über der Aufregung vergaß ich, dass... — in all the excitement I forgot that...
1) (Richtung) over; (quer hinüber) acrossüber die Straße gehen — go across the road; cross the road
er zog sich (Dat.) die Mütze über die Ohren — he pulled the cap down over his ears
2) (während) overüber Wochen/Monate — for weeks/months
die Woche/den Sommer über — during the week/summer
den ganzen Winter/Tag über — all winter/day long
3) (betreffend) aboutüber etwas reden/schreiben — talk/write about something
ein Buch über die byzantinische Kunst — a book about or on Byzantine art
4) (in Höhe von)ein Scheck/eine Rechnung über 1 000 Euro — a cheque/bill for 1,000 euros
5) (von mehr als)Kinder über 10 Jahre — children over ten [years of age]
6)7)8)9) (mittels, durch) through < person>; by <post, telex, etc.>; over <radio, loudspeaker>3.etwas über alle Sender bringen/ausstrahlen — broadcast something on all stations
1) (mehr als) over2)4.Adjektiv; nicht attr. (ugs.)jemandem über sein — have the edge on somebody (coll.)
* * *A. präpsie wohnt über uns she lives (on the floor) above us;über der Stadt tobte ein Gewitter a storm was raging over the town;über uns nichts als blauer Himmel nothing above us but blue sky;er stand bis über die Knöchel im Schlamm the mud came up past his ankles;über den Dingen stehen fig be above such things2. (quer über) across;über die Straße gehen cross the street;über den Fluss schwimmen swim across the river;jemandem über das Haar streichen stroke sb’s hair;Tränen liefen ihr über die Wangen tears ran down her cheeks3. (in Richtung) via, through;über München nach Rom to Rome via Munich;geht der Zug über Frankfurt? does the train go through ( oder via) Frankfurt?4. bei einer Tätigkeit etc: over;über den Büchern sitzen sit ( oder pore) over one’s books;über der Arbeit/seiner Lektüre einschlafen fall asleep over one’s work/while reading5.über meine Kräfte (hinaus) beyond my strength;das geht über meinen Verstand it’s beyond me, it’s above my head;das geht ihm über alles it means more than anything to him;es geht nichts über … there’s nothing like …über 30 Grad over 30 degrees;über 70 Jahre alt past ( oder over) seventy;man muss über 18 (Jahre) sein you must be over 187. (+akk) (wegen) over, about;über jemanden lachen laugh at/make fun of sb;sich (dat)über etwas Sorgen machen worry about sth8. (+akk) (in Höhe von):eine Rechnung über 400 Euro a bill for 400 euros9. (während) during, while;über Nacht overnight;über das Wochenende over the weekend;über einige Jahre verteilt spread over several years;über kurz oder lang sooner or later;über all dem Gerede habe ich die Kinder ganz vergessen with all this chatting I completely forgot about the children10. sprechen etcüber (+akk) about;Abhandlung, Werk, Vortragüber (+akk) on;über Geschäfte/den Beruf/Politik reden talk business/shop/politics;nachdenken über (+akk) think about11. verstärkend:Fehler über Fehler one mistake after the other;Ärger über Ärger no end of trouble;er hat Schulden über Schulden he’s up to his ears in debtB. adv:über und über all over;die ganze Zeit über all along;den ganzen Tag etcüber throughout the day etc;etwas über sein umg have had enough of sth, be sick and tired of sth; → übrig, vorüber, überhaben etcüber…, Über… im adj & subst etc meist over…, hyper…* * *1.1) (Lage, Standort) over; above; (in einer Rangfolge) aboveüber jemandem stehen — (fig.) be above somebody
2) (während) duringüber dem Lesen einschlafen — fall asleep over one's book/magazine etc.
3) (infolge) because of; as a result of2.über der Aufregung vergaß ich, dass... — in all the excitement I forgot that...
1) (Richtung) over; (quer hinüber) acrossüber die Straße gehen — go across the road; cross the road
er zog sich (Dat.) die Mütze über die Ohren — he pulled the cap down over his ears
2) (während) overüber Wochen/Monate — for weeks/months
die Woche/den Sommer über — during the week/summer
den ganzen Winter/Tag über — all winter/day long
3) (betreffend) aboutüber etwas reden/schreiben — talk/write about something
ein Buch über die byzantinische Kunst — a book about or on Byzantine art
4) (in Höhe von)ein Scheck/eine Rechnung über 1 000 Euro — a cheque/bill for 1,000 euros
5) (von mehr als)Kinder über 10 Jahre — children over ten [years of age]
6)7)8)9) (mittels, durch) through < person>; by <post, telex, etc.>; over <radio, loudspeaker>3.etwas über alle Sender bringen/ausstrahlen — broadcast something on all stations
1) (mehr als) over2)4.Adjektiv; nicht attr. (ugs.)jemandem über sein — have the edge on somebody (coll.)
* * *präp.about prep.above prep.across prep.at prep.beyond prep.by prep.of prep.on prep.over prep.via prep. -
20 Hand
f; -, Hände1. hand; feuchte Hände haben have wet hands; auf / mit der flachen Hand in / with the palm of one’s hand; in der hohlen Hand in the hollow of one’s hand; mit ruhiger / sicherer Hand with a steady / sure hand; keine Hand frei haben not have a hand free; Hände hoch ( oder ich schieße)! hands up (or I’ll shoot)!; Hände weg! hands off!; an der / jemandes Hand gehen walk holding hands / holding s.o.’s hand; sie hatte ihr Kind an der Hand she was holding her child’s hand, she had her child by the hand; jemanden an die oder bei der Hand nehmen take s.o.’s hand; auf Händen und Füßen kriechen on all fours, on one’s hands and knees; aus der Hand legen oder geben put aside; jemandem aus der Hand lesen read s.o.’s hand; bei der Hand oder zur Hand at hand, handy; durch ( Heben der) Hand abstimmen by a show of hands; in Händen halten geh. hold in one’s hands; Hand in Hand gehen walk hand in hand; in die oder zur Hand nehmen pick s.th. up; mit Händen und Füßen reden gesticulate, talk with one’s hands; sich mit Händen und Füßen wehren umg. auch fig. fight tooth and nail; mit der Hand machen etc.: by hand; mit der oder von Hand gemacht / gemalt etc. handmade / handpainted etc.; zu Händen auf Brief: c / o (= care of); amtlich: att., Attention; zur linken / rechten oder linker / rechter Hand on the left-hand / right-hand side; Hand anlegen (an + Akk) take s.th. in hand; ( mit) Hand anlegen lend a hand; Hand an sich (Akk) legen euph. commit suicide; letzte Hand an etw. (Akk) legen add the finishing touches to; jemandem die Hand auflegen segnend: lay one’s hand on s.o.; jemandem die Hand geben oder reichen oder schütteln shake hands with s.o.; ( gib mir die) Hand drauf! (let’s) shake on it!; es war so dunkel, dass man die Hand nicht vor den Augen sehen konnte it was so dark you couldn’t see your hand in front of your face2. fig. Wendungen, mit Adj.: die öffentliche Hand the authorities, the state; jemandes rechte Hand s.o.’s right-hand man ( oder woman); die Tote Hand JUR. mortmain; aus bester Hand on good authority; aus erster Hand first-hand; ich hab’s aus erster Hand I got it straight from the horse’s mouth; aus privater Hand privately; aus zweiter Hand kaufen etc.: second-hand; Erlebnis, erleben: vicarious(ly); eine feste Hand brauchen need a firm hand; sie ist in festen Händen umg. she’s accounted for, she’s booked; jemandem freie Hand lassen give s.o. a free hand; in guten Händen sein be in good hands; eine glückliche oder geschickte Hand haben have the right touch ( mit for); sie hat eine ( glückliche) Hand mit she knows how to handle; mit Menschen, Pflanzen etc.: she has a way with; besser als in die hohle Hand geschissen vulg. better than a poke in the eye (with a burnt [Am. sharp] stick), better than nothing; alle oder beide Hände voll zu tun haben umg. generell: have a lot on one’s plate; mit jemandem/etw.: have one’s hands full with s.o./s.th.; mit beiden Händen zugreifen jump at the chance; von langer Hand long beforehand; mit leeren Händen dastehen / weggehen be left / go away empty-handed; jemandem etw. zu treuen Händen geben geh. give s.th. to s.o. for safekeeping; ( aber) zu treuen Händen! geh. hum. (but) I want it etc. back!; mit vollen Händen liberally; sein Geld mit vollen Händen ausgeben throw one’s money about (Am. around); hinter vorgehaltener Hand sprechen etc.: off the record; link... 13. fig. Wendungen, mit Präp.: jemandem etw. an die Hand geben (Argumente, Informationen etc.) hand s.o. s.th., pass s.th. on to s.o., make s.th. available to s.o.; an der Hand haben umg. know of, know where to find, be able to get hold of; (Person) auch have contacts with s.o.; ( bar) auf die Hand cash in hand; es liegt ( klar) auf der Hand it’s (so) obvious; jemanden auf Händen tragen wait on s.o. hand and foot; Hand aufs Herz! (ich lüge nicht) cross my heart; (sei ehrlich) be honest; jemandem aus der Hand fressen umg. eat out of s.o.’s hand; aus der Hand geben part with; (Posten etc.) auch give up; er gibt oder lässt es nicht aus der Hand auch he won’t let go of it, he won’t let anyone else have it ( oder take it from him); mit Kritik ist er immer schnell bei der Hand umg. he’s always very quick to criticize; durch jemandes Hände gehen go through s.o.’s hands; schon durch viele Hände gegangen sein have been through several hands; Hand in Hand arbeiten work together, cooperate (closely); das geht Hand in Hand mit... it goes hand in hand with..., it goes together with...; jemandem in die Hände arbeiten play into s.o.’s hands; in die Hände bekommen (etw., jemanden) get one’s hands on; jemandem in die Hände fallen fall into s.o.’s hands; jemanden in der Hand haben have s.o. in one’s grip; etw. gegen jemanden in der Hand haben have s.th. on s.o.; sich in der Hand haben have everything under control, have a firm grip on o.s.; wir haben die Lage in der Hand we’ve got the situation under control; du hast es in der Hand oder es liegt in deiner Hand it’s up to you; in jemandes Hand sein Person: be in s.o.’s hands, be up to s.o.; das Restaurant ist in griechischer Hand the restaurant is run by a Greek landlord; unser Hotel war fest in italienischer Hand the vast majority of guests in our hotel were Italians; in die Hände spucken umg., fig. roll up one’s sleeves; jemandem etw. in die Hand versprechen promise s.o. s.th. ( oder s.th. to s.o.); seine Hand ins Feuer legen für put one’s hand into the fire for; die Hände in den Schoß legen (nicht arbeiten) take it easy; (sich untätig verhalten) sit on one’s hands; seine Hand oder Hände im Spiel haben have a hand in it; etw. in die Hand nehmen Aufgabe etc.: take charge of s.th.; die Sache in die Hand nehmen take the initiative; jemandem (etw.) in die Hände spielen play (s.th.) into s.o.’s hands; es ist mit Händen zu greifen it sticks out a mile ( oder like a sore thumb) umg.; seine Hand ( schützend) über jemanden halten take s.o. under one’s wing, shield ( oder protect) s.o.; die Hände über dem Kopf zusammenschlagen umg. throw up one’s hands in horror; um jemandes Hand anhalten oder bitten ask for s.o.’s hand; unter der Hand (nicht offiziell) unofficially; (privat) kaufen etc.: privately; (heimlich, illegal) under the counter; (nebenbei) on the side; jemandem unter den Händen zerrinnen Geld etc.: go through s.o.’s fingers like water; die Arbeit geht ihm flott von der Hand he’s a fast worker; von der Hand in den Mund leben live from hand to mouth; von der Hand weisen (verwerfen, abtun) dismiss; (leugnen) deny; es ist nicht von der Hand zu weisen it can’t be denied, there’s no denying ( oder getting away from) it; von jemandes Hand sterben etc. geh. die by s.o.’s hand; von Hand zu Hand gehen go ( oder be passed) from hand to hand; jemandem zur oder an die Hand gehen lend s.o. a hand; sie hat immer eine Antwort zur Hand auch she’s always got an answer pat (Am. ready), she’s never at a loss for words; anhand, wegsterben4. fig. sonstige Wendungen: Hand und Fuß haben Plan etc.: make sense, hold water; was er macht, hat Hand und Fuß he doesn’t do things in ( oder by) half measures; ich würde mir für ihn die Hand abhacken lassen umg. I’d cut off my right arm for him; die Hand aufhalten oder hinhalten umg., meist pej. hold out one’s hand; einander die Hand geben Ereignisse etc.: follow hard on each other’s heels, happen in close succession; die Ereignisse gaben einander die Hand auch one thing led to another; jemandem die Hand ( fürs Leben) reichen marry s.o.; jemandem die Hand zur Versöhnung reichen offer s.o. one’s hand as a sign of reconciliation; die beiden können einander die Hand reichen they’re two of a kind; im negativen Sinne: auch they’re as bad as each other, one’s as bad as the other; (sie sind in der gleichen Lage) they’re in the same boat; von seiner Hände Arbeit leben live by the work of one’s hands; sich (Dat) die Hände reiben vor heimlicher Freude: rub one’s hands; eine Hand wäscht die andere Sprichwort you scratch my back and I’ll scratch yours, one hand washes the other altm.; ich wasche meine Hände in Unschuld geh. I wash my hands in innocence; ausrutschen, gebunden II 2, küssen5. (Schrift) hand6. Kartenspiel: hand; eine gute / schlechte Hand a good / bad (od. poor) hand; auf der Hand in one’s hand; aus der Hand spielen nicht vom Tisch, Dummy: play from one’s hand; ( aus der) Hand spielen Skat: play from one’s hand (without picking up the discard)—f; -, - oder Hände; Maßangabe: zwei Hand breit etwa a foot wide; eine Hand voll konkret: a handful; (wenige) a handful* * *die Handhand* * *Hạnd* * *(the part of the body at the end of the arm.) hand* * *<-, Hände>[hant, pl ˈhɛndə]f1. ANAT handmit seiner Hände Arbeit (geh) with one's own handsjdm die \Hand auflegen to lay one's hands on sbman kann die \Hand nicht vor den Augen sehen one can't see one's hand in front of one's facejdm aus der \Hand fressen Tier to eat out of sb's handjdm rutscht die \Hand aus (fam) sb hits out in angerjdm die \Hand drücken/schütteln to press/shake sb's handjdm etw in die \Hand drücken to slip sth into sb's handdie \Hand zur Faust ballen to clench one's fistmit der flachen \Hand with the flat [or palm] of one's handkeine \Hand frei haben to have both hands fullsie reichten sich zur Begrüßung/Versöhnung die Hand [o Hände] they greeted each other/made peace by shaking handsetw in der Hand [o in [den] Händen] halten [o haben] to have sth [in one's hands]Hände hoch [oder ich schieße]! hands up [or I'll shoot]!eine hohle \Hand machen to cup one's handsaus der hohlen \Hand from one's cupped hands\Hand in \Hand hand in handin die Hände klatschen to clap [one's hands]; (Beifall) to applaudjdm die \Hand küssen to kiss sb's handküss die \Hand! ÖSTERR (o veraltet) your servant old; (guten Tag) how do you do? form; (auf Wiedersehen) good dayetw aus der \Hand legen to put down sth sepjdm aus der \Hand lesen to read sb's palm [or hand]jdm die Zukunft aus der \Hand lesen to tell sb's future [by reading sb's palm [or hand]]linker/rechter \Hand on the left/rightzur linken/rechten \Hand on the left-hand/right-hand sidemit der \Hand by handjdn an die \Hand nehmen to take sb by the hand [or sb's hand]jdm etw aus der \Hand/den Händen nehmen to take sth from [or off] sb, to take sth out of sb's hand/handssie nahm ihrem Kind das Messer aus der \Hand she took the knife away from her childjdn bei der \Hand nehmen [o fassen] to take hold of sb's handetw in die [o zur] \Hand nehmen to pick up sth sepeine ruhige [o sichere] \Hand a steady hand; (fig) a sure handmit sanfter \Hand with a gentle handjdm etw aus der \Hand schlagen to knock sth out of sb's handdie Hände in die Seiten stemmen to put one's hands on one's hipszu vier Händen spielen to play a [piano] duetvon \Hand by hand; bedienen a. manuallyvon \Hand genäht/geschrieben hand-sewn/handwritten2.(Maß)eine \Hand breit Wein im Fass six inches of wine in the barrel▪ Hände handsder Besitz gelang in fremde Hände the property passed into foreign handsin jds Hände übergehen to pass into sb's handsin fremde Hände übergehen to change hands4. POLdie öffentliche \Hand, die öffentlichen Hände (der Staat) the government, central government; (die Gemeinde) local governmentdurch die öffentliche \Hand finanziert financed by the public sector5. JURdie Tote \Hand mortmain specetw an die Tote \Hand veräußern to amortize sth histder Schiedsrichter erkannte auf \Hand the referee blew for handball\Hand machen to handle the ball10.▶ die \Hand in anderer [o fremder] Leute Tasche haben to live in other people's pockets▶ um jds \Hand anhalten [o bitten] (veraltend geh) to request [or ask for] sb's hand in marriage dated▶ [mit jdm] \Hand in \Hand arbeiten to work hand in hand [with sb]; (geheim) to work hand in glove [with sb]100 Euro auf die \Hand [bekommen/gezahlt] €100 [paid] in cash▶ aus der \Hand offhandaus der \Hand weiß ich nicht genau I don't know exactly offhand▶ jd kann etw an beiden Händen abzählen [o abfingern] (fam) sb can do sth with one hand [tied] behind their back▶ jdn/etw in die \Hand [o Hände] bekommen [o (fam) kriegen] to get one's hands on sb/sth; (zufällig) to come across sb/sth▶ besser als in die hohle Hand gespuckt (fam) [o (derb) geschissen] better than a slap in the face with a wet fish hum▶ bei jdm in besten Händen sein to be in safe hands with sbbei ihr sind Sie damit in besten Händen you're in safe hands with her as far as that is concerned▶ aus erster/zweiter \Hand first-hand/second-hand; (vom ersten/zweiten Eigentümer) with one previous owner/two previous ownersInformationen aus zweiter \Hand second-hand informationetw aus erster \Hand wissen to have first-hand knowledge of sth▶ jdm in die Hände fallen to fall into sb's handsschaut mal, was mir zufällig in die Hände gefallen ist! look what I came across by chance!▶ freie \Hand haben to have a free hand▶ jdm freie \Hand lassen to give sb a free handbei der Regelung dieser Angelegenheit lassen wir Ihnen freie \Hand we give you free rein in settling this matter▶ von fremder \Hand from a strangerdie Unterschrift stammt von fremder \Hand this is a stranger's signature▶ \Hand und Fuß haben to be well thought out▶ weder \Hand noch Fuß haben to have no rhyme or reason, to make no sensedieser Plan hat weder \Hand noch Fuß there's no rhyme or reason to this planetw mit Händen und Füßen erklären to use gestures to explain sth▶ jdm etw an die \Hand geben to provide sb with sth, to make sth available to sbjdm die \Hand darauf geben, dass... to promise sb [faithfully] that...▶ etw aus der \Hand geben (weggeben) to let sth out of one's hands; (leihen) to lend sth; (verzichten) to relinquish sth▶ durch jds Hände [o \Hand] gehen to pass through sb's handsam Computer gehen einem viele Textarbeiten leicht von der \Hand working with texts is easy on a computer▶ von \Hand zu \Hand gehen to pass from hand to hand▶ jdm zur \Hand gehen to lend sb a [helping] hand▶ bei/in etw dat eine glückliche \Hand haben [o beweisen] [o zeigen] (richtig handeln) to know the right thing to do with sth; (Gewinn erzielen) to have the Midas touch with sth; (Geschick aufweisen) to have a [natural] flair for sthfür Autoreparaturen habe ich jemand an der \Hand I've got someone on hand who can fix cars▶ etw in der \Hand haben to have sth in one's handsich habe diese Entscheidung nicht in der \Hand this decision is not in [or is out of] my hands▶ etw gegen jdn in der \Hand haben to have sth on sb▶ jdn [fest] in der \Hand haben to have sb [well] in hand▶ etw unter den Händen haben to be working on sthdie \Hand auf der Tasche halten (fam: kontrollieren) to hold the purse strings; (geizen) to be tight-fisted fam▶ \Hand aufs Herz! (versprochen!) cross my/your heart [and hope to die], [give me your/I give you my] word of honour BRIT [or AM honor]; (ehrlich!) honest/be honest!▶ in jds Händen sein to be in sb's hands▶ [bei jdm] in guten/richtigen/sicheren Händen sein to be in good/the right/safe hands [with sb]▶ von langer \Hand well in advance▶ mit leeren Händen empty-handed▶ mit leichter \Hand effortlessly, with ease▶ eine milde [o offene] \Hand haben to give generously, to be open-handed▶ von der \Hand in den Mund leben to live from hand to mouth▶ jdm etw aus der \Hand nehmen to relieve sb of sth▶ etw in die \Hand nehmen (sich darum kümmern) to attend to [or take care of] sth; (übernehmen) to take sth in hand [oneself]etw allein [o selbst] in die [eigene] \Hand nehmen to take sth into one's own hands„aus privater \Hand abzugeben“ “private sale”▶ jds rechte \Hand sein to be sb's right-hand man▶ die Hände in den Schoß legen [o in die Taschen stecken] to sit back and do nothing▶ in jds \Hand sein to be in sb's handsdieses Geschäft ist in türkischer \Hand this business is owned by Turks▶ [bei etw dat] die Hand [o seine Hand] [o seine Hände] [mit] im Spiel haben to have a hand in sth; Eifersucht, Motiv to have a part to play in sthüberall seine Hand [o Hände] im Spiel haben to have a [or one's] finger in every pie▶ jdm etw zu treuen Händen übergeben (usu hum geh) to give sth to sb for safekeeping, to entrust sth to sbetw unter der \Hand erfahren to hear sth through the grapevineetw unter der \Hand kaufen/verkaufen to buy/sell sth under the counter [or table]▶ jdm etw in die \Hand versprechen to promise sb sth [faithfully]das [o sein] Geld mit vollen Händen ausgeben to spend one's money left, right and centre [or AM center] [or fam hand over fist]▶ hinter vorgehaltener \Hand in confidence, off the record▶ etw von der \Hand weisen to deny sth▶ etw lässt sich akk nicht von der \Hand weisen, etw ist nicht von der \Hand zu weisen sth cannot be deniedes lässt sich nicht von der \Hand weisen there's no denying it▶ jdm unter den Händen zerrinnen [o schmelzen] to slip through sb's fingerszu Händen [von] Herrn Weissner For the attention of Mr Weissner, Attn: Mr Weissner▶ etw zur \Hand haben to have sth handy [or to hand]▶ zur \Hand sein to be at hand▶ zwei linke Hände haben (fam) to have two left hands fam, BRIT fam also to be all fingers and thumbs* * *die; Hand, Hände1) handmit der rechten/linken Hand — with one's right/left hand
jemandem die Hand geben od. (geh.) reichen — shake somebody's hand; shake somebody by the hand
jemandem die Hand drücken/schütteln — press/shake somebody's hand
jemanden an die od. (geh.) bei der Hand nehmen — take somebody by the hand
jemandem etwas aus der Hand nehmen — take something out of somebody's hand/hands
etwas in die/zur Hand nehmen — pick something up
etwas in der Hand/den Händen haben od. (geh.) halten — have got or hold something in one's hand/hands
etwas mit der Hand schreiben/nähen — write/sew something by hand
Hand in Hand gehen — go or walk hand-in-hand
2) o. Pl. (Fußball) handballwas hältst du davon - Hand aufs Herz! — what do you think? - be honest
Hand und Fuß/weder Hand noch Fuß haben — (ugs.) make sense/no sense
[bei etwas selbst mit] Hand anlegen — lend a hand [with something]; die od
seine Hand aufhalten — (ugs.) hold out one's hand
letzte Hand an etwas (Akk.) legen — put the finishing touches pl. to something
sich (Dat.) od. (geh.) alle od. beide Hände damit voll haben, etwas zu tun — (ugs.) have one's hands full doing something
bei etwas die od. seine Hände [mit] im Spiel haben — have a hand in something
zwei linke Hände haben — (ugs.) have two left hands (coll.)
eine lockere od. lose Hand haben — (ugs.) hit out at the slightest provocation
linker/rechter Hand — on or to the left/right
[klar] auf der Hand liegen — (ugs.) be obvious
jemanden auf Händen tragen — lavish every kind of care and attention on somebody
ein Auto/Möbel aus erster Hand — a car/furniture which has/had had one [previous] owner
etwas aus erster Hand wissen — know something at first hand; have first-hand knowledge of something
etwas aus der Hand geben — (weggeben) let something out of one's hands; (aufgeben) give something up
etwas bei der Hand haben — (greifbar haben) have something handy; (parat haben) have something ready
mit etwas schnell od. rasch bei der Hand sein — (ugs.) be ready [with something]
hinter vorgehaltener Hand — off the record
in die Hände spucken — spit on one's hands; (fig. ugs.) roll up one's sleeves (fig.)
jemanden/etwas in die Hand od. Hände bekommen — lay or get one's hands on somebody/get one's hands on something
jemanden in der Hand haben — have or hold somebody in the palm of one's hand
in jemandes Hand (Dat.) sein od. (geh.) liegen — be in somebody's hands
in sicheren od. guten Händen sein — be in safe or good hands
sich mit Händen und Füßen gegen etwas sträuben od. wehren — (ugs.) fight tooth and nail against something
um jemandes Hand anhalten od. bitten — (geh. veralt.) ask for somebody's hand [in marriage]
unter der Hand — (fig.) on the quiet
das geht ihm gut/leicht von der Hand — he finds that no trouble
etwas von langer Hand vorbereiten — plan something well in advance
die Nachteile/seine Argumente sind nicht von der Hand zu weisen — the disadvantages cannot be denied/his arguments cannot [simply] be dismissed
zu Händen [von] Herrn Müller — for the attention of Herr Müller; attention Herr Müller; s. auch öffentlich 1.
4)an Hand — s. anhand
* * *Hand1 f; -, Hände1. hand;feuchte Hände haben have wet hands;auf/mit der flachen Hand in/with the palm of one’s hand;in der hohlen Hand in the hollow of one’s hand;mit ruhiger/sicherer Hand with a steady/sure hand;keine Hand frei haben not have a hand free;Hände weg! hands off!;an der/jemandes Hand gehen walk holding hands/holding sb’s hand;sie hatte ihr Kind an der Hand she was holding her child’s hand, she had her child by the hand;bei der Hand nehmen take sb’s hand;auf Händen und Füßen kriechen on all fours, on one’s hands and knees;geben put aside;jemandem aus der Hand lesen read sb’s hand;zur Hand at hand, handy;in Händen halten geh hold in one’s hands;Hand in Hand gehen walk hand in hand;zur Hand nehmen pick sth up;mit Händen und Füßen reden gesticulate, talk with one’s hands;sich mit Händen und Füßen wehren umg auch fig fight tooth and nail;mit der Hand machen etc: by hand;von Hand gemacht/gemalt etc handmade/handpainted etc;zur linken/rechten oderlinker/rechter Hand on the left-hand/right-hand side;an +akk) take sth in hand;(mit) Hand anlegen lend a hand;Hand an sich (akk)legen euph commit suicide;letzte Hand an etwas (akk)legen add the finishing touches to;jemandem die Hand auflegen segnend: lay one’s hand on sb;schütteln shake hands with sb;(gib mir die) Hand drauf! (let’s) shake on it!;es war so dunkel, dass man die Hand nicht vor den Augen sehen konnte it was so dark you couldn’t see your hand in front of your face2. fig Wendungen, mit adj:die öffentliche Hand the authorities, the state;jemandes rechte Hand sb’s right-hand man ( oder woman);die Tote Hand JUR mortmain;aus bester Hand on good authority;aus erster Hand first-hand;ich hab’s aus erster Hand I got it straight from the horse’s mouth;aus privater Hand privately;eine feste Hand brauchen need a firm hand;sie ist in festen Händen umg she’s accounted for, she’s booked;jemandem freie Hand lassen give sb a free hand;in guten Händen sein be in good hands;geschickte Hand haben have the right touch (mit for);sie hat eine (glückliche) Hand mit she knows how to handle; mit Menschen, Pflanzen etc: she has a way with;besser als in die hohle Hand geschissen vulg better than a poke in the eye (with a burnt [US sharp] stick), better than nothing;beide Hände voll zu tun haben umg generell: have a lot on one’s plate; mit jemandem/etwas: have one’s hands full with sb/sth;mit beiden Händen zugreifen jump at the chance;von langer Hand long beforehand;mit leeren Händen dastehen/weggehen be left/go away empty-handed;jemandem etwas zu treuen Händen geben geh give sth to sb for safekeeping;mit vollen Händen liberally;sein Geld mit vollen Händen ausgeben throw one’s money about (US around);3. fig Wendungen, mit präp:jemandem etwas an die Hand geben (Argumente, Informationen etc) hand sb sth, pass sth on to sb, make sth available to sb;an der Hand haben umg know of, know where to find, be able to get hold of; (Person) auch have contacts with sb;(bar) auf die Hand cash in hand;jemanden auf Händen tragen wait on sb hand and foot;jemandem aus der Hand fressen umg eat out of sb’s hand;aus der Hand geben part with; (Posten etc) auch give up;lässt es nicht aus der Hand auch he won’t let go of it, he won’t let anyone else have it ( oder take it from him);mit Kritik ist er immer schnell bei der Hand umg he’s always very quick to criticize;durch jemandes Hände gehen go through sb’s hands;schon durch viele Hände gegangen sein have been through several hands;Hand in Hand arbeiten work together, cooperate (closely);das geht Hand in Hand mit … it goes hand in hand with …, it goes together with …;jemandem in die Hände arbeiten play into sb’s hands;in die Hände bekommen (etwas, jemanden) get one’s hands on;jemandem in die Hände fallen fall into sb’s hands;jemanden in der Hand haben have sb in one’s grip;etwas gegen jemanden in der Hand haben have sth on sb;sich in der Hand haben have everything under control, have a firm grip on o.s.;wir haben die Lage in der Hand we’ve got the situation under control;es liegt in deiner Hand it’s up to you;in jemandes Hand sein Person: be in sb’s hands, be up to sb;das Restaurant ist in griechischer Hand the restaurant is run by a Greek landlord;unser Hotel war fest in italienischer Hand the vast majority of guests in our hotel were Italians;in die Hände spucken umg, fig roll up one’s sleeves;jemandem etwas in die Hand versprechen promise sb sth ( oder sth to sb);seine Hand ins Feuer legen für put one’s hand into the fire for;die Hände in den Schoß legen (nicht arbeiten) take it easy; (sich untätig verhalten) sit on one’s hands;Hände im Spiel haben have a hand in it;die Sache in die Hand nehmen take the initiative;jemandem (etwas) in die Hände spielen play (sth) into sb’s hands;bitten ask for sb’s hand;unter der Hand (nicht offiziell) unofficially; (privat) kaufen etc: privately; (heimlich, illegal) under the counter; (nebenbei) on the side;jemandem unter den Händen zerrinnen Geld etc: go through sb’s fingers like water;die Arbeit geht ihm flott von der Hand he’s a fast worker;von der Hand in den Mund leben live from hand to mouth;es ist nicht von der Hand zu weisen it can’t be denied, there’s no denying ( oder getting away from) it;von jemandes Hand sterben etc geh die by sb’s hand;von Hand zu Hand gehen go ( oder be passed) from hand to hand;an die Hand gehen lend sb a hand;sie hat immer eine Antwort zur Hand auch she’s always got an answer pat (US ready), she’s never at a loss for words; → anhand, wegsterben4. fig sonstige Wendungen:hinhalten umg, meist pej hold out one’s hand;einander die Hand geben Ereignisse etc: follow hard on each other’s heels, happen in close succession;die Ereignisse gaben einander die Hand auch one thing led to another;jemandem die Hand (fürs Leben) reichen marry sb;jemandem die Hand zur Versöhnung reichen offer sb one’s hand as a sign of reconciliation;die beiden können einander die Hand reichen they’re two of a kind; im negativen Sinne: auch they’re as bad as each other, one’s as bad as the other; (sie sind in der gleichen Lage) they’re in the same boat;von seiner Hände Arbeit leben live by the work of one’s hands;sich (dat)die Hände reiben vor heimlicher Freude: rub one’s hands;eine Hand wäscht die andere Sprichwort you scratch my back and I’ll scratch yours, one hand washes the other obs;ich wasche meine Hände in Unschuld geh I wash my hands in innocence; → ausrutschen, gebunden B 2, küssen5. (Schrift) hand6. Kartenspiel: hand;eine gute/schlechte Hand a good/bad ( oder poor) hand;auf der Hand in one’s hand;aus der Hand spielen nicht vom Tisch, Dummy: play from one’s hand;(aus der) Hand spielen Skat: play from one’s hand (without picking up the discard)7. Fußball:(das war) Hand! handball!zwei Hand breit etwa a foot wide;* * *die; Hand, Hände1) handmit der rechten/linken Hand — with one's right/left hand
jemandem die Hand geben od. (geh.) reichen — shake somebody's hand; shake somebody by the hand
jemandem die Hand drücken/schütteln — press/shake somebody's hand
jemanden an die od. (geh.) bei der Hand nehmen — take somebody by the hand
jemandem etwas aus der Hand nehmen — take something out of somebody's hand/hands
etwas in die/zur Hand nehmen — pick something up
etwas in der Hand/den Händen haben od. (geh.) halten — have got or hold something in one's hand/hands
etwas mit der Hand schreiben/nähen — write/sew something by hand
Hand in Hand gehen — go or walk hand-in-hand
2) o. Pl. (Fußball) handballHand und Fuß/weder Hand noch Fuß haben — (ugs.) make sense/no sense
[bei etwas selbst mit] Hand anlegen — lend a hand [with something]; die od
seine Hand aufhalten — (ugs.) hold out one's hand
letzte Hand an etwas (Akk.) legen — put the finishing touches pl. to something
sich (Dat.) od. (geh.) alle od. beide Hände damit voll haben, etwas zu tun — (ugs.) have one's hands full doing something
bei etwas die od. seine Hände [mit] im Spiel haben — have a hand in something
die Hände über dem Kopf zusammenschlagen — (ugs.) throw up one's hands in horror
zwei linke Hände haben — (ugs.) have two left hands (coll.)
eine lockere od. lose Hand haben — (ugs.) hit out at the slightest provocation
linker/rechter Hand — on or to the left/right
[klar] auf der Hand liegen — (ugs.) be obvious
ein Auto/Möbel aus erster Hand — a car/furniture which has/had had one [previous] owner
etwas aus erster Hand wissen — know something at first hand; have first-hand knowledge of something
etwas aus der Hand geben — (weggeben) let something out of one's hands; (aufgeben) give something up
etwas bei der Hand haben — (greifbar haben) have something handy; (parat haben) have something ready
mit etwas schnell od. rasch bei der Hand sein — (ugs.) be ready [with something]
in die Hände spucken — spit on one's hands; (fig. ugs.) roll up one's sleeves (fig.)
jemanden/etwas in die Hand od. Hände bekommen — lay or get one's hands on somebody/get one's hands on something
jemanden in der Hand haben — have or hold somebody in the palm of one's hand
in jemandes Hand (Dat.) sein od. (geh.) liegen — be in somebody's hands
in sicheren od. guten Händen sein — be in safe or good hands
sich mit Händen und Füßen gegen etwas sträuben od. wehren — (ugs.) fight tooth and nail against something
um jemandes Hand anhalten od. bitten — (geh. veralt.) ask for somebody's hand [in marriage]
unter der Hand — (fig.) on the quiet
das geht ihm gut/leicht von der Hand — he finds that no trouble
die Nachteile/seine Argumente sind nicht von der Hand zu weisen — the disadvantages cannot be denied/his arguments cannot [simply] be dismissed
zu Händen [von] Herrn Müller — for the attention of Herr Müller; attention Herr Müller; s. auch öffentlich 1.
4)* * *¨-e f.hand n.
См. также в других словарях:
Alle reden vom Wetter. Wir nicht. — „Alle reden vom Wetter. Wir nicht.“ war der Titel einer im Herbst 1966[1] gestarteten, viel beachteten Werbekampagne der damaligen Deutschen Bundesbahn. Der Slogan, der zu den erfolgreichsten in der Geschichte der ehemaligen Bundesbahn zählt[2],… … Deutsch Wikipedia
Alle reden vom Wetter, wir nicht! — Dieser eingängige Werbeslogan der Deutschen Bundesbahn aus der zweiten Hälfte der Sechzigerjahre wird vielfach scherzhaft oder auch ironisch abgewandelt und ist so zum geflügelten Wort geworden. »Alle reden von. ..« lässt sich verwenden, wenn… … Universal-Lexikon
Reden — (Verb., s. ⇨ Sprechen). 1. Alles Reden ist verloren, findet man nicht offne Ohren. – Gaal, 1235. 2. Am Reden erkennt man den Menschen, am Geschmack den Wein, am geruch die blumen. – Lehmann, 917, 16. 3. An viel reden kennt man einen Narren. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Reden — Rêden, verb. reg. act. et neutr. welches im letztern Falle das Hülfswort haben erfordert. 1. Im weitesten Verstande, vernehmliche Laute hervor bringen, Laute, welche Zeichen der Gedanken sind, hervor bringen, wie sprechen. Das Kind lernt reden.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Reden gegen Catilina — Ciceros Rede gegen Catilina Gemälde von Cesare Maccari von 1888 Bei den Reden gegen Catilina (lat.: Orationes In Catilinam) handelt es sich um vier Reden, die der römische Philosoph, Schriftsteller und Consul Marcus Tullius Cicero im Jahre 63 v.… … Deutsch Wikipedia
Reden an die deutsche Nation — Die Reden an die deutsche Nation (EA Berlin 1808) ist die wirkmächtigste und wohl bekannteste Schrift des Philosophen Johann Gottlieb Fichte. Sie basiert auf Vorlesungen, die Fichte ab dem 13. Dezember 1807 in Berlin zur Zeit der französischen… … Deutsch Wikipedia
Alle — 1. Alle möchten wol viel wissen, aber etwas darum geben, will sie verdriessen. 2. Was allen gefällt, ist schwer zu behalten (oder: man schwer behält). Denn es findet zu viel Liebhaber, Neider und Abnehmer. 3. Was über allen schwebt, kann alle… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Reden ist Silber, Schweigen ist Gold — „Übung macht den Meister.“ an der Friedrich List Schule in Mannheim Ein Sprichwort ist ein „allgemein bekannter, festgeprägter Satz, der eine Lebensregel oder Weisheit in prägnanter, kurzer Form ausdrückt“ (der Sprach und Literaturwissenschaftler … Deutsch Wikipedia
Über die Religion. Reden an die Gebildeten unter ihren Verächtern — „Über die Religion. Reden an die Gebildeten unter ihren Verächtern“ ist eines der bedeutendsten Werke des Theologen Friedrich Daniel Schleiermacher. Es wurde 1799 veröffentlicht und legte den Grundstein für seinen Ruf als ‚Kirchenvater des 19.… … Deutsch Wikipedia
Posener Reden — Heinrich Himmler. Aufnahme aus dem Jahr 1942 Die Posener Reden waren zwei Geheimreden, die Heinrich Himmler als Reichsführer SS am 4. und 6. Oktober 1943 im Rathaus der damals von Deutschen besetzten polnischen Stadt Posen hielt. Ihre… … Deutsch Wikipedia
Zwölf Reden über die Beredsamkeit und deren Verfall in Deutschland — Adam Heinrich Müller (um 1810) Die Zwölf Reden über die Beredsamkeit und deren Verfall in Deutschland sind sprachkritische Vorträge Adam Heinrich Müllers, die der Autor im Mai und Juni 1812 im k.u.k. Redoutengebäude in Wien hielt und die 1816 in… … Deutsch Wikipedia